Onder het ene dakraam van de zolder schilder ik. Ik noem dat mijn schilderraam. Daar staat mijn schildersezel en een tafel met een palet, bedekt met dikke lagen olieverf. Onder het andere dakraam staat een kleine lessenaar met op elke hoek een stapel boeken. Middenin ligt een schrift. Als ik niet schilder zit ik meestal onder dit raam te lezen en gedichten, proza, essays en wetenschappelijke artikelen, rapporten of boeken te schrijven. Ik noem dat raam mijn ‘denkraam’. (Uit Ruggengraat met Titaan deel 1 ‘Als een vaas zonder bloemen, auteur:  Peter Ph. Nelissen).

Mijn uitzicht bestaat behalve uit de hemel ook uit verwondering als een eindeloos uitzicht dat ik cultiveer in schilderen, keramiek, schrijven en wetenschap.