Schilderijen
Kunst gaat altijd over iets dat is gekund
Of je nu naar een schilderij of performance kijkt, muziek beluistert of literatuur leest, steeds rijst de vraag naar ‘wat er in het kunstwerk is gekund.’ Een kunstwerk waarbij de kunstenaar helemaal niets heeft willen kunnen, bestaat niet. Zelfs in minimalistische, conceptuele of provocerende kunst waarbij de kunstenaar slechts zijn of haar eigen lichaam (Marina Abramovic) of een onbeschilderd wit doek (Robert Rauschenberg) exposeert of het publiek laat luisteren naar stilte ( John Cage) is er steeds sprake van ‘iets kunnen.’ Het kunnen verwijst in hedendaagse beeldende kunst veelal naar een artistiek onderzoek door de reflecterende, lijdende, provocerende of aanklagende kunstenaar die zichzelf, de tegenwoordige maatschappij of het medium kunst of de kunstwereld expliciet bevraagt. Het artistiek onderzoek belicht thema´s waarover het publiek aan het kijken, beleven maar, vooral ook aan het denken moet worden gezet. Bij de waardering van het kunnen in modernistische of hedendaagse beeldende kunst gaat het zelden om de louter mooie, visuele of retinale aspecten van het kunstobject. Onlangs werd een banaan die met plakband was vastgeplakt op een muur als kunstobject verkocht voor een astronomisch bedrag. Het gaat bij deze peperdure banaan helemaal niet om de banaan zelf maar om het expliciteren van een achterliggende idee of concept, bijvoorbeeld over de marktwerking in de kunsten. Het draait vooral om reflectieve vaardigheden of de kunst van het rationeel bevragen van de kunsten zelf.
Ik schilder gewone, alledaagse dingen
Ik schilder langzaam, laag op laag en geef me over aan de kunst van het doen en het maken. Ik bouw weerstand en vertraging in door verruwing van ondergronden en verflagen met chamotte en miljoenenjaren oud zilverzand.
Traag schilder ik aan realistische schilderijen in series met een bepaalde thematiek, zoals Oneindige Verzamelingen, Facades, Voorbijgangers (portretten), De Naakte Mens, Ontleding, Encyclopedie des Metiers, Het Zijn en de zijnden, Aanbiedingen van deze week, Mooi Plooien (Amor Fati), Bloemen, Zingende Vogels, Zwarte Katten, Kale Takken, De Vaatdoek Sub Specie Aeternatitis , Langs Afrikaanse Wegen, Folkleure, Erfstukken, Rimpelingen, etc .
In mijn olieverfschilderijen, aquarellen en tekeningen stel ik mijn ‘kunnen of kunde’ ten dienste van het creëren van een volstrekt herkenbaar, realistisch en, op het eerste gezicht, tamelijk naief en letterlijk beeld van de alledaagse werkelijkheid. Het gaat om een schilderkunstig beeld van de gewone dingen waaraan wij doorgaans nogal gedachtenloos voorbijgaan en last but not least, de magie van het schilderen. Ik probeer al schilderend de alledaagse werkelijkheid die ongezien blijft te ontdoen van zijn ogenschijnlijke betekenisloosheid of banaliteit zodat zij zich in het schilderkunstige beeld kan presenteren als iets waarachtigs met een bijzonder esthetisch potentieel.
Schilderkunst gaat over de ontmoeting tussen het tastbare en het onzegbare
De geschilderde werkelijkheid wordt vooral mooier als in de zegbare, grijpbare en materiële aanwezigheid van de dingen in het aardse hier en nu iets doorschemert of doorklinkt van de ongrijpbare en raadselachtige schoonheid van een andere, onbekende wereld. Ik droom van glasheldere, naturalistische schilderijen van de alledaagse waarneembare wereld die geen enkele uitleg nodig hebben. Het zijn beelden waarin de dingen in hun mysterieuze existentie aan ons verschijnen met een ongrijpbare schoonheid die intrigeert, op het netvlies blijft staan en je esthetisch niet onverschillig laat. Ik droom van beelden die de kijker uitnodigen tot verwondering en de ervaring van een raadselachtige schoonheid van de alledaagse gewone dingen terwijl het onmogelijk is om onder woorden te brengen waarom het beeld zo mooi is. Schilderkunst gaat over de ontmoeting tussen het tastbare (materiële) en het onzegbare.
Ik droom van kunst die in verwondering bij het geheim en het onbestemde van de dingen verwijlt, geworteld is in een manier van denken die open is, aandacht schenkt, het geduld van de ingetogenheid, verdieping, vertroosting en vertraging leert, kunst die woorden doet verstommen en het mysterie van ‘de schoonheid van de wereld’ voelbaar maakt…
Maar wat is dat precies die ‘schoonheid van de wereld’?
Kunst als vingerwijzing naar de ‘schoonheid van de wereld’
De ‘schoonheid van de wereld’ kunnen wij niet als een tastbaar object denken, voorstellen of verbeelden. Van de schoonheid van bijvoorbeeld een vlinder of een mooie auto kunnen we ons een concrete voorstelling maken, maar bij de ervaring van de ‘schoonheid van de wereld’ of de overstijgende schoonheid van ‘al wat is’ of van het ‘zijn zelf ’is dat onmogelijk. De schoonheid van het zijn zelf bestaat niet op dezelfde manier zoals bijvoorbeeld een vlinder of een mens bestaat. Hooguit kunnen we via kunst de aanwezigheid van ‘de overstijgende schoonheid van de wereld’ of de transcendente schoonheid van het Zijn als zodanig voelbaar maken. Eeuwenlang werd op grond van de interpretatie van Longinus deze overstijgende ‘schoonheid van de wereld’ aangeduid als het sublieme of het verhevene. Het sublieme had toen de volstrekt eenduidige en positieve betekenis van de schoonheid van de (goddelijke) oorsprong van het universum of de schoonheid van het bovennatuurlijke Absolute, het Enige of het Oneindige. In de achttiende eeuw van de Verlichting krijgt het sublieme echter een negatieve betekenis: het wordt een esthetische categorie die juist afwijkt van het schone en in verband wordt gebracht met een onheilspellende binnenwereldse, natuurlijke werkelijkheid die ons gevoelens van angst, nietigheid en kwetsbaarheid inboezemt. De rest is geschiedenis.
Kunst als voedsel voor de ziel en metafysisch verlangen
Als in de loop van de 19e en 20e eeuw de Westere cultuur in toenemende mate ‘metafysisch dakloos’ wordt, verdwijnt ook het sublieme of verhevene in de oorspronkelijke positieve betekenis van overstijgende ‘schoonheid van de wereld’. Het schone van de wereld is in de moderne tijd niet langer een metafysische bron van waardering van het leven en de kunsten. Zij wordt als esthetische categorie verbannen uit het canon van de (post)modernistische en hedendaagse kunst.
De metafysica verdwijnt uit de moderne beeldende kunst maar het metafysisch verlangen van de mens doofde echter niet uit. Het metafysisch verlangen is het eeuwige verlangen om in de harmonie van het Schone, Ware en Goede de gebrokenheid en fragmentering van de wereld te overstijgen.
Als schilder droom ik van beelden die dit metafysisch verlangen kunnen raken of voeden. Het zijn beelden met een onvolkomen uitbeelding of glimp van de aanwezigheid van iets raadselachtigs dat zich aan onze blik en het (be)-grijpende weten onttrekt, maar waaraan het beeld tegelijkertijd zijn zeggingsskracht ontleent. Het zijn beelden die het sublieme of verhevene van Longinus in de positieve en klassieke betekenis van ‘schoonheid van de wereld’ in ons weten op te wekken en ons metafyisch verlangen en onze ziel voeden.